The Laughter that Echoed: A Memorable Day in Amsterdam
FluentFiction - Dutch
The Laughter that Echoed: A Memorable Day in Amsterdam
De zon scheen fel boven Amsterdam.
The sun shone brightly above Amsterdam.
Op die mooie dag, liepen Lars en Emma over de hobbelige straatjes van de stad.
On that beautiful day, Lars and Emma walked along the bumpy streets of the city.
Ze zagen de oude, mooie huizen.
They saw the old, beautiful houses.
Ze zagen de boten in de grachten.
They saw the boats in the canals.
Lars had zijn telefoon vast.
Lars had his phone in hand.
Het was selfie tijd!
It was selfie time!
Plotseling, met de beroemde Magere Brug als achtergrond, wilde Lars een perfecte selfie maken.
Suddenly, with the famous Magere Brug as the background, Lars wanted to take a perfect selfie.
Hij stapte een beetje achteruit.
He took a step back.
Hij keek niet uit.
He wasn't paying attention.
Zijn voet gleed weg en... plons!
His foot slipped and... splash!
"Whaaa!"
"Whaaa!"
riep Lars.
Lars exclaimed.
Hij viel in de gracht!
He fell into the canal!
Gelukkig kon hij zwemmen.
Luckily, he could swim.
Maar het water was koud.
But the water was cold.
En zijn telefoon?
And his phone?
Die was nat en deed niks meer.
It was wet and no longer working.
Emma zag het gebeuren.
Emma saw it happen.
Eerst schrok ze.
At first, she was scared.
Daarna moest ze lachen.
Then she couldn't help but laugh.
Lars in het water, dat was heel grappig.
Lars in the water was very funny.
Ze kon niet stoppen met lachen.
She couldn't stop laughing.
Lars lachte ook.
Lars laughed too.
Ze lachten beiden heel hard.
They both laughed really hard.
Hun lach galmde tussen Amsterdamse huizen.
Their laughter echoed between the Amsterdam houses.
Maar Lars zat nog steeds in de water.
But Lars was still in the water.
Emma dacht snel na.
Emma quickly thought of a solution.
Ze zag een grote stok naast de gracht.
She saw a big stick next to the canal.
Ze pakte de stok.
She grabbed the stick.
"Hier!"
"Here!"
riep ze, terwijl ze de stok naar Lars gooide.
she shouted as she threw the stick to Lars.
Lars greep de stok.
Lars grabbed the stick.
Emma trok hem uit de gracht.
Emma pulled him out of the canal.
Lars stond weer op de kant.
Lars was back on the shore.
Hij was nat en koud, maar hij lachte.
He was wet and cold, but he was laughing.
Emma gaf hem een knuffel om hem warm te maken.
Emma gave him a hug to warm him up.
Ze lachten samen nog een keer om wat er gebeurde.
They laughed together again at what had happened.
Later die dag, gingen ze naar huis.
Later that day, they went home.
Lars kocht een nieuwe telefoon.
Lars bought a new phone.
En Emma?
And Emma?
Zij maakte een tekening van Lars in de gracht.
She made a drawing of Lars in the canal.
Het was een perfecte herinnering aan die dag.
It was a perfect memory of that day.
Ze lachten weer.
They laughed again.
Ze zullen nooit vergeten hoeveel plezier ze hadden die dag in Amsterdam.
They would never forget how much fun they had that day in Amsterdam.
En de selfie bij de Magere Brug?
And the selfie at the Magere Brug?
Die was ook perfect.
It was still perfect.
Alleen was het niet een selfie met Lars' telefoon, maar een foto door een voorbijganger.
Only it wasn't a selfie with Lars' phone, but a photo taken by a passerby.
De foto liet Lars, Emma en de lachende mensen om hen heen zien.
The photo showed Lars, Emma, and the laughing people around them.
En die foto?
And that photo?
Die werd de mooiste herinnering van hun dag in Amsterdam.
It became the most beautiful memory of their day in Amsterdam.