FluentFiction - Dutch

Amsterdam's Cannabis Cafe: A Magical Encounter in the City of Lights

FluentFiction - Dutch

16m 44sNovember 2, 2023

Amsterdam's Cannabis Cafe: A Magical Encounter in the City of Lights

1x
0:000:00
View Mode:
  • Op een heldere dag in Amsterdam liep Maarten over de grachten.

    On a clear day in Amsterdam, Maarten was walking along the canals.

  • Maarten was een vriendelijke man.

    Maarten was a friendly man.

  • Hij was nieuw in de stad.

    He was new to the city.

  • Echter, de wegen waren ingewikkeld.

    However, the streets were complicated.

  • Hij raakte verdwaald.

    He got lost.

  • Zonder het te weten, stapte Maarten een groen-geel geschilderd gebouwtje binnen.

    Unbeknownst to him, Maarten stepped into a green-yellow painted building.

  • Het zag eruit als een café, met een houten bar en krukken.

    It looked like a café, with a wooden bar and stools.

  • Maar de geur was raar.

    But the smell was strange.

  • En overal waren posters van groene planten.

    And everywhere there were posters of green plants.

  • "Mooi plekje, toch?

    "Nice spot, isn't it?"

  • " hoorde hij een zachte stem naast hem.

    he heard a soft voice next to him.

  • Het was Anna.

    It was Anna.

  • Zij was een lokala.

    She was a local.

  • Met haar rode haar en lach, sprak ze zijn angst weg.

    With her red hair and smile, she spoke away his fear.

  • Ze kende deze plek.

    She knew this place.

  • "Maarten", zei ze, "dit is geen normaal café.

    "Maarten," she said, "this is not a normal café.

  • Je kan hier cannabis kopen.

    You can buy cannabis here."

  • " Maarten keek verrast.

    Maarten looked surprised.

  • Hij had nooit cannabis gebruikt.

    He had never used cannabis before.

  • Maar hij besloot, waarom niet?

    But he decided, why not?

  • Het was een nieuw avontuur.

    It was a new adventure.

  • De menukaart was vol met gekke woorden.

    The menu was full of strange words.

  • "Haze", "skunk", "Afghani".

    "Haze," "skunk," "Afghani."

  • Maarten was verward.

    Maarten was confused.

  • Maar Anna hielp hem.

    But Anna helped him.

  • Ze legde alles uit.

    She explained everything.

  • Ze waren als een team.

    They were like a team.

  • Zij kozen samen "Northern Lights", omdat Maarten noorderlicht erg mooi vond.

    Together, they chose "Northern Lights," because Maarten found the northern lights very beautiful.

  • Anna hielp hem met de joint.

    Anna helped him with the joint.

  • Ze rolden hem samen.

    They rolled it together.

  • Het was een magische ervaring voor Maarten.

    It was a magical experience for Maarten.

  • Toen hij de joint inhaleerde, hoestte hij hard.

    As he inhaled the joint, he coughed hard.

  • Maar Anna sloeg haar arm om hem heen.

    But Anna put her arm around him.

  • Ze lachte.

    She laughed.

  • Maarten voelde zich rustig en blij.

    Maarten felt calm and happy.

  • Hij wist niet of het de cannabis was of Anna's warmte.

    He didn't know if it was the cannabis or Anna's warmth.

  • De zon ging onder.

    The sun set.

  • De stad werd stiller.

    The city grew quieter.

  • Maar in de coffeeshop was het levendig.

    But in the coffeeshop, it was lively.

  • Maarten en Anna praatten, ze lachten.

    Maarten and Anna talked, they laughed.

  • Ze waren vreemden, maar voelden als vrienden.

    They were strangers, but felt like friends.

  • Aan het eind van de avond, namen ze afscheid.

    At the end of the evening, they said goodbye.

  • Anna gaf hem een kaart van de stad.

    Anna gave him a map of the city.

  • Ze tekende de route naar zijn huis.

    She drew the way to his home.

  • "Voor de volgende keer als je verdwaald raakt," zei ze met een knipoog.

    "For the next time you get lost," she said with a wink.

  • Maarten lachte.

    Maarten laughed.

  • Die nacht, sliep Maarten als een baby.

    That night, Maarten slept like a baby.

  • Voor het eerst voelde Amsterdam als thuis.

    For the first time, Amsterdam felt like home.

  • Toen hij de volgende dag wakker werd, was het eerste wat hij zag de kaart van Anna.

    When he woke up the next day, the first thing he saw was Anna's map.

  • Hij lachte bij de herinnering aan de vorige dag.

    He smiled at the memory of the previous day.

  • Hij wist dat hij niet nog eens in een coffeeshop zou wandelen.

    He knew he wouldn't walk into a coffeeshop again.

  • Maar hij was blij dat hij dat per ongeluk deed.

    But he was glad he accidentally did.

  • Want hij vond een vriend in Amsterdam, Anna.

    Because he found a friend in Amsterdam, Anna.

  • Het avontuur was anders, het was nieuw.

    The adventure was different, it was new.

  • Maar het was ook warm en mooi.

    But it was also warm and beautiful.

  • Net als het noorderlicht.

    Just like the northern lights.

  • En in zijn hart bleef een klein beetje van de magische 'Northern Lights' hangen.

    And in his heart, a little bit of the magical 'Northern Lights' remained.