FluentFiction - Dutch

Rainy Adventures: Biking Through Puddles in Amsterdam

FluentFiction - Dutch

13m 09sDecember 22, 2023

Rainy Adventures: Biking Through Puddles in Amsterdam

1x
0:000:00
View Mode:
  • Amsterdam, een stad vol fietsen, water en mensen, kent ook veel regen.

    Amsterdam, a city full of bikes, water, and people, also knows a lot of rain.

  • Anna, met mooie blauwe ogen, en Lucas, haar vriend met een krullenbos, woonden daar.

    Anna, with beautiful blue eyes, and Lucas, her curly-haired friend, lived there.

  • Op een regenachtige dag, wilden ze naar huis fietsen.

    On a rainy day, they wanted to bike home.

  • Maar, oh nee!

    But, oh no!

  • De straten waren vol met water.

    The streets were full of water.

  • Grote plassen waren er.

    There were big puddles.

  • En ze moesten erdoor.

    And they had to ride through them.

  • Anna ging eerst.

    Anna went first.

  • Plots, slipte haar fiets.

    Suddenly, her bike slipped.

  • "Oh!

    "Oh!

  • ", riep ze.

    ", she exclaimed.

  • Maar ze viel niet.

    But she didn't fall.

  • Lucas kwam snel.

    Lucas came quickly.

  • Hij hielp haar.

    He helped her.

  • "Wees voorzichtig, Anna", zei hij.

    "Be careful, Anna," he said.

  • Ze fietsten weer.

    They biked again.

  • "Spat, spat!

    "Spat, spat!"

  • " Auto's reden voorbij.

    Cars drove by.

  • Water vloog op.

    Water splashed.

  • Anna en Lucas werden nat.

    Anna and Lucas got wet.

  • Hun kleren plakten.

    Their clothes stuck to them.

  • Bij elke plas, stopten ze.

    At each puddle, they stopped.

  • Lucas keek naar rechts, dan naar links.

    Lucas looked right, then left.

  • "Wacht, Anna, wacht", zei hij.

    "Wait, Anna, wait," he said.

  • Ze wachtten tot de weg klaar was.

    They waited until the road was clear.

  • Dan fietsten ze snel door.

    Then they quickly rode through.

  • Toch waren ze nog blij.

    Still, they were happy.

  • Ze maakten grapjes.

    They made jokes.

  • Ze lachten.

    They laughed.

  • Ondanks de regen, hadden ze plezier.

    Despite the rain, they had fun.

  • Ze waren niet boos op de auto's.

    They weren't angry at the cars.

  • Ze waren niet bang voor het glijden.

    They weren't afraid of sliding.

  • Ze kwamen thuis.

    They arrived home.

  • Ze droogden hun kleren.

    They dried their clothes.

  • Ze dronken warme thee samen.

    They drank hot tea together.

  • Ze keken naar buiten.

    They looked outside.

  • De regen tikte tegen het raam.

    The rain tapped against the window.

  • "Het was moeilijk, maar ook leuk, toch?

    "It was hard, but also fun, right?"

  • ", vroeg Lucas.

    Lucas asked.

  • Anna lachte en knikte, "Ja, best wel.

    Anna laughed and nodded, "Yes, quite."

  • "Die dag leerden ze veel.

    That day, they learned a lot.

  • Ze leerden om niet bang te zijn.

    They learned not to be afraid.

  • Ze leerden om geduldig te zijn.

    They learned to be patient.

  • Ze leerden om te lachen, zelfs in de regen.

    They learned to laugh, even in the rain.

  • En ze leerden dit samen.

    And they learned this together.

  • Het was een regenachtige, moeilijke dag in Amsterdam.

    It was a rainy, difficult day in Amsterdam.

  • Maar voor Anna en Lucas, was het een mooie dag.

    But for Anna and Lucas, it was a beautiful day.

  • Ze hadden het overleefd.

    They had survived.

  • Ze waren nog sterker geworden.

    They had become even stronger.

  • En in de eind, was dit het allerbelangrijkste voor hen.

    And in the end, this was the most important thing for them.