Cycling in the Storm: An Adventurous Day in Amsterdam
FluentFiction - Dutch
Cycling in the Storm: An Adventurous Day in Amsterdam
De regen tikte hard op de ramen van Sophie's kleine appartement in Amsterdam.
The rain tapped hard on the windows of Sophie's small apartment in Amsterdam.
Ze keek bezorgd naar buiten.
She looked worriedly outside.
Sophie, Lars en Emma hadden bedacht om samen te gaan fietsen.
Sophie, Lars, and Emma had planned to go cycling together.
Maar nu was er een storm.
But now there was a storm.
Lars en Emma stonden voor de deur.
Lars and Emma stood at the door.
Ze waren moedig.
They were brave.
Een beetje regen hield hen niet tegen.
A little rain wouldn't stop them.
Sophie pakte haar jas en fiets.
Sophie grabbed her coat and bike.
Ze gingen op pad, de storm in.
They set off, into the storm.
Het fietsen was moeilijk.
Cycling was difficult.
De wind was heel sterk.
The wind was very strong.
Ze moesten hard trappen.
They had to pedal hard.
Toch bleven ze lachen.
Yet, they continued to laugh.
Ze hadden veel plezier, zelfs in de storm.
They had a lot of fun, even in the storm.
Ze fietsten langs de grachten.
They cycled along the canals.
De boten dansten op de golven.
The boats danced on the waves.
Grote regendruppels vielen in het water.
Big raindrops fell into the water.
De mensen binnen keken naar hen.
The people inside watched them.
Ze dachten: "Die zijn gek!
They thought, "They're crazy!"
"Sophie, Lars en Emma werden nat.
Sophie, Lars, and Emma got wet.
Maar dat vonden ze niet erg.
But they didn't mind.
Ze zongen liedjes om warm te blijven.
They sang songs to stay warm.
Sophie's lievelingsliedje was het luidst.
Sophie's favorite song was the loudest.
Emma en Lars lachten om haar.
Emma and Lars laughed at her.
Ze stopten bij een brug.
They stopped at a bridge.
Lars had een idee.
Lars had an idea.
Hij zei: "We gaan nu heel hard fietsen.
He said, "Let's pedal really fast now.
Wie het eerst bij de volgende brug is, wint.
Whoever gets to the next bridge first, wins."
" Sophie en Emma knikten.
Sophie and Emma nodded.
Ze waren klaar voor de race.
They were ready for the race.
De race was kort.
The race was short.
Emma won.
Emma won.
Sophie was tweede.
Sophie came second.
Lars was laatste, maar hij lachte.
Lars was last, but he laughed.
Ze waren allemaal winnaars.
They were all winners.
Ze hadden gefietst in een storm.
They had cycled in a storm.
Dat was niet makkelijk.
That wasn't easy.
Ze gingen terug naar Sophie's huis.
They went back to Sophie's house.
Ze waren koud.
They were cold.
Maar ze hadden ook veel gelachen.
But they had also laughed a lot.
Ze trokken droge kleren aan.
They changed into dry clothes.
Sophie maakte warme chocolademelk.
Sophie made hot chocolate.
Ze praatten over de fietstocht.
They talked about the bike ride.
Het was een avontuur geweest.
It had been an adventure.
Zo eindigde hun dag.
That's how their day ended.
Ze waren blij, ook al was het een moeilijke dag.
They were happy, even though it had been a difficult day.
Ze hadden geleerd dat zelfs een storm leuk kon zijn.
They had learned that even a storm could be fun.
Als je maar samen bent met vrienden.
As long as you're together with friends.
En dat was het belangrijkste.
And that was the most important thing.
Ze keken al uit naar hun volgende avontuur in het mooie Amsterdam.
They were already looking forward to their next adventure in beautiful Amsterdam.
Maar dan misschien op een dag zonder storm.
But maybe on a day without a storm.