FluentFiction - Dutch

The Amsterdammers: A Cyclist's Tale

FluentFiction - Dutch

14m 12sJanuary 26, 2024

The Amsterdammers: A Cyclist's Tale

1x
0:000:00
View Mode:
  • In het hart van Amsterdam, tussen de krioelende mensen, leefde Emma.

    In the heart of Amsterdam, among the bustling people, lived Emma.

  • Emma had een vriend, Lucas.

    Emma had a friend, Lucas.

  • Emma en Lucas waren heel verschillend, maar ze deelden één passie: fietsen.

    Emma and Lucas were very different, but they shared one passion: cycling.

  • Ze woonden in een stad vol fietsers, waar zelfs de meeuwen op fietsbellen reageren.

    They lived in a city full of cyclists, where even the seagulls responded to bike bells.

  • Eén dag was er een grote wielerwedstrijd.

    One day, there was a big cycling race.

  • Emma en Lucas deden mee.

    Emma and Lucas participated.

  • Ze waren zo opgewonden!

    They were so excited!

  • De start was bij het Rijksmuseum, en de finish was aan de andere kant van de stad, vlakbij het centraal station.

    The starting point was at the Rijksmuseum, and the finish line was on the other side of the city, near the central station.

  • Het startschot ging af.

    The starting shot was fired.

  • Op hun fietsen raceten Emma en Lucas weg.

    Emma and Lucas raced away on their bikes.

  • Ze haastten zich door straten vol met mensen, over de smalle bruggen, langs de kronkelende grachten.

    They hurried through streets full of people, over narrow bridges, along winding canals.

  • De mensen naast de weg juichten.

    The people alongside the road cheered.

  • De fietsers waren net een zwerm snelle vogels.

    The cyclists were like a swarm of fast birds.

  • Maar, o jee!

    But, oh no!

  • Daar stond een toerist.

    There was a tourist standing there.

  • Hij maakte een selfie, midden op de weg.

    He was taking a selfie, right in the middle of the road.

  • Lucas zag hem eerst.

    Lucas saw him first.

  • Lucas riep, "Pas op!

    Lucas shouted, "Watch out!"

  • " Maar het was te laat.

    But it was too late.

  • Met een lichte bons botste Emma tegen de toerist aan.

    With a slight bump, Emma collided with the tourist.

  • Beiden vielen ze op de grond.

    Both of them fell to the ground.

  • Het was een grote rommel.

    It was a big mess.

  • De wielerwedstrijd was even gestopt.

    The cycling race was momentarily stopped.

  • Iedereen lachte.

    Everyone laughed.

  • Het was zo grappig om te zien.

    It was so funny to see.

  • Emma en de toerist stonden op.

    Emma and the tourist got up.

  • Ze waren niet gewond, gelukkig.

    Fortunately, they were not injured.

  • Ze keken elkaar aan en begonnen ook te lachen.

    They looked at each other and started laughing too.

  • De toerist zei sorry.

    The tourist apologized.

  • Emma zei ook sorry.

    Emma also apologized.

  • Ze gaven elkaar een hand.

    They shook hands.

  • Toen stapte iedereen weer op hun fiets.

    Then everyone got back on their bikes.

  • De wedstrijd ging verder.

    The race continued.

  • Emma en Lucas eindigden niet eerste.

    Emma and Lucas didn't finish first.

  • Ze waren laatste.

    They came in last.

  • Maar dat maakte niet uit.

    But it didn't matter.

  • Ze hadden de hele dag gelachen.

    They had laughed all day.

  • En ze hadden een verhaal om te vertellen.

    And they had a story to tell.

  • En de selfie?

    And the selfie?

  • Die is nu beroemd.

    It's famous now.

  • Hij hangt in een klein café in Amsterdam.

    It hangs in a small café in Amsterdam.

  • Onder de foto staat: "De dag dat de toerist het verkeerde moment koos voor de perfecte selfie.

    Under the photo, it says: "The day the tourist chose the wrong moment for the perfect selfie."

  • " En iedereen die het verhaal hoort, lacht.

    And everyone who hears the story laughs.

  • Het is het grappigste verhaal van de stad.

    It's the funniest story in the city.

  • En dus eindigt dit kort verhaal, waar het gelach over een wielerwedstrijd nog steeds echoot door de straten van Amsterdam.

    And so, this short story ends, where the laughter from a cycling race still echoes through the streets of Amsterdam.

  • Emma en Lucas?

    Emma and Lucas?

  • Ze fietsen nog steeds, lachend naar elke toerist die ze tegenkomen.

    They still cycle, laughing at every tourist they encounter.

  • En de toerist?

    And the tourist?

  • Hij heeft de beste selfie ooit.

    He has the best selfie ever.