FluentFiction - Dutch

Umbrellas and Unbreakable Bonds

FluentFiction - Dutch

15m 04sJanuary 28, 2024

Umbrellas and Unbreakable Bonds

1x
0:000:00
View Mode:
  • De zon scheen toen Jan, Pieter en Sofie het gezellige koffiehuisje in Amsterdam binnenstapten.

    The sun was shining when Jan, Pieter, and Sofie stepped into the cozy coffeehouse in Amsterdam.

  • Maar de wolken speelden een verraderlijk spel.

    But the clouds were playing a treacherous game.

  • De drie vrienden waren in gesprek over koetjes en kalfjes.

    The three friends were chatting about trivial things.

  • Ze lachten en hadden het naar hun zin.

    They laughed and were having a good time.

  • Niemand merkte op dat de lucht buiten steeds donkerder werd en het zonlicht vervaagde.

    No one noticed that the sky outside was growing darker and the sunlight was fading.

  • Jan was de eerste die het opmerkte.

    Jan was the first to notice.

  • Hij zag druppels op het raam vallen.

    He saw drops falling on the window.

  • "Het regent!

    "It's raining!"

  • " zei hij verbijsterd.

    he said in disbelief.

  • De anderen keken naar buiten en zagen dat hij gelijk had.

    The others looked outside and saw that he was right.

  • Het was ineens een stortbui geworden.

    It had suddenly turned into a downpour.

  • Pieter en Sofie waren in een en dezelfde adem met elkaar verbaasd.

    Pieter and Sofie were equally surprised.

  • Ze hadden hun fietsen buiten gelaten, zonder regenjassen en ze hadden een belangrijke afspraak aan de andere kant van de stad.

    They had left their bikes outside, without raincoats, and they had an important appointment on the other side of the city.

  • Snel betaalden ze hun rekening.

    They quickly paid their bill.

  • De ober, een vriendelijke oude man, wenste ze veel succes toen ze naar buiten renden.

    The waiter, a friendly old man, wished them good luck as they rushed outside.

  • Pieter kon nog net een paar vergeten paraplu’s grijpen die bij de deur stonden.

    Pieter managed to grab a couple of forgotten umbrellas by the door.

  • De fietsen waren helemaal nat.

    The bikes were completely wet.

  • Het water stroomde over de stoep en maakte hun voeten nat.

    The water flowed over the sidewalk and soaked their feet.

  • Ze konden nog maar net de paraplu openen boven het hoofd terwijl ze probeerden op de fiets te stappen.

    They could barely open the umbrellas above their heads while trying to get on the bikes.

  • Het was moeilijk.

    It was difficult.

  • Het was een uitdaging.

    It was a challenge.

  • Fietsen met een paraplu in je hand was niet gemakkelijk.

    Riding a bike with an umbrella in hand was not easy.

  • Ze wankelden, ze raakten uit balans, maar ze gaven niet op.

    They wobbled, they lost balance, but they didn't give up.

  • Iedereen in Amsterdam leek naar hen te kijken, maar dat maakte hen niet uit.

    Everyone in Amsterdam seemed to be watching them, but they didn't care.

  • Ze lachten en moesten hard hun best doen om op de fiets te blijven zitten.

    They laughed and had to try their hardest to stay on the bikes.

  • De straten waren bekend.

    The streets were familiar.

  • De oude grachtenhuizen, de woonboten op het water, de smalle steegjes.

    The old canal houses, the houseboats on the water, the narrow alleyways.

  • Ze deden er alles aan om niet te vallen of tegen iets aan te rijden.

    They did their best not to fall or crash into something.

  • Ze probeerden de fiets stevig vast te houden, met één hand op het stuur en de andere die de paraplu boven het hoofd hield.

    They tried to hold the bike firmly, with one hand on the handlebars and the other holding the umbrella above their heads.

  • Na een hele tijd bereikten ze eindelijk hun doel.

    After a while, they finally reached their destination.

  • De vrienden waren blij, hoewel ze drijfnat waren.

    The friends were happy, even though they were soaked.

  • Ze hadden het gedaan.

    They had done it.

  • Samen.

    Together.

  • Ondanks de moeilijkheden en de regen.

    Despite the difficulties and the rain.

  • Ze hadden gefietst met een paraplu in hun handen, door de straten van Amsterdam.

    They had ridden with an umbrella in their hands, through the streets of Amsterdam.

  • Toen de regen stopte en de zon weer uit de wolken kwam, lachten ze.

    When the rain stopped and the sun emerged from the clouds again, they laughed.

  • Ze waren trots op hun kleine avontuur.

    They were proud of their little adventure.

  • Het was maar een simpele regenbui, maar het was een verhaal dat ze nooit zouden vergeten.

    It was just a simple rain shower, but it was a story they would never forget.

  • Deze dag had ze niet alleen dichter bij elkaar gebracht, maar ze leerden ook iets belangrijks.

    This day had not only brought them closer together, but they also learned something important.

  • Soms zullen er onverwachte problemen opkomen, net als de plotse regen.

    Sometimes unexpected problems will arise, just like the sudden rain.

  • Maar als ze er samen aan werken en nooit opgeven, dan kunnen ze alles aan, hoe moeilijk het ook lijkt.

    But if they work together and never give up, they can handle anything, no matter how difficult it may seem.