Pieter en Jeroen zijn twee vrienden.

Pieter and Jeroen are two friends.

Ze wonen in een stad, ver weg van hier.

They live in a city, far away from here.

De stad heet Amsterdam.

The city is called Amsterdam.

Daar is het druk.

It's busy there.

Heel erg druk.

Very busy.

Auto's toeteren, trams rijden rond en fietsers zoeven voorbij.

Cars honk, trams go around, and cyclists whiz by.

Op een zonnige dag, zegt Jeroen, "Laten we fietsen, Pieter!

On a sunny day, Jeroen says, "Let's ride bikes, Pieter!"

" Pieter vindt dit een beetje eng.

Pieter finds this a little scary.

Maar hij wilt het toch proberen.

But he still wants to try it.

Jeroen heeft een goede fiets.

Jeroen has a good bike.

Pieter leent een oude fiets van een buurman.

Pieter borrows an old bike from a neighbor.

Ze staan bij het Vondelpark.

They stand at Vondelpark.

Daar is gras.

There is grass there.

En bomen.

And trees.

En een lang pad.

And a long path.

Perfect om te fietsen.

Perfect for biking.

Pieter zweet een beetje, maar hij stapt op de fiets.

Pieter is sweating a little, but he gets on the bike.

Jeroen lacht en maakt een filmpje met zijn telefoon.

Jeroen laughs and takes a video with his phone.

Pieter trapt hard op de pedalen.

Pieter pedals hard.

Hij wiebelt alle kanten op.

He wobbles in every direction.

Maar hij blijft staan.

But he stays upright.

Hij fietst langzamer.

He rides slower.

En dan sneller.

And then faster.

Pieter lacht en roept, "Kijk me gaan, Jeroen!

Pieter laughs and says, "Look at me go, Jeroen!"

"Maar dan ziet Pieter iets raars.

But then Pieter sees something strange.

Een eend!

A duck!

Midden op het pad!

In the middle of the path!

Hij wil stoppen, maar hij weet niet hoe.

He wants to stop, but he doesn't know how.

Hij wankelt.

He wavers.

Hij zwaait met zijn armen.

He swings his arms.

En dan, plons!

And then, splash!

Pieter valt in een gracht.

Pieter falls into a canal.

Jeroen lacht en filmt Pieter in het water.

Jeroen laughs and films Pieter in the water.

"Gaat het, Pieter?

"Are you okay, Pieter?"

", roept hij.

he shouts.

Pieter knikt en klimt op de kant.

Pieter nods and climbs onto the bank.

Ze lachen samen hardop.

They laugh together out loud.

De zon gaat onder.

The sun sets.

De fiets van Pieter ligt nog in de gracht.

Pieter's bike is still in the canal.

Jeroen zegt, "Ik help je wel, Pieter.

Jeroen says, "I'll help you, Pieter."

" Samen halen ze de fiets uit het water.

Together, they retrieve the bike from the water.

Die avond kijken ze naar het filmpje.

That evening, they watch the video.

Ze kunnen niet stoppen met lachen.

They can't stop laughing.

Pieter zegt, "Ik wil nog een keer fietsen, Jeroen.

Pieter says, "I want to ride again, Jeroen."

" Jeroen lacht en knikt.

Jeroen laughs and nods.

"Dat doen we, Pieter.

"We'll do that, Pieter.

Dat doen we.

We'll do that."

"En zo eindigt hun dag.

And so their day ends.

Een dag vol plezier.

A day full of fun.

En een beetje water.

And a little water.

Maar dat geeft niet.

But that's okay.

Want zelfs als je valt, kun je altijd weer opstaan.

Because even if you fall, you can always get back up.

Vooral met een vriend als Jeroen.

Especially with a friend like Jeroen.