FluentFiction - Dutch

Amsterdam's Hero: A Canal Boat Traffic Jam Adventure

FluentFiction - Dutch

14m 36sFebruary 29, 2024

Amsterdam's Hero: A Canal Boat Traffic Jam Adventure

1x
0:000:00
View Mode:
  • Jan is een man.

    Jan is a man.

  • Hij woont in Amsterdam.

    He lives in Amsterdam.

  • Op een dag besluit Jan een rondvaart te maken.

    One day Jan decides to take a canal boat tour.

  • Jan wil de stad zien vanaf het water.

    Jan wants to see the city from the water.

  • Hij gaat aan boord van een mooie, glazen boot.

    He boards a beautiful, glass boat.

  • De boot begint te varen.

    The boat starts moving.

  • Langs de grachten, onder de bruggen.

    Along the canals, under the bridges.

  • Jan ziet mooie huizen en kerken.

    Jan sees beautiful houses and churches.

  • Hij ziet fietsers, toeristen en eenden.

    He sees cyclists, tourists, and ducks.

  • Het is een mooie dag.

    It's a beautiful day.

  • Dan stopt de boot.

    Then the boat stops.

  • Hij kan niet verder.

    It can't go any further.

  • Er is een grote tak in het water.

    There is a large branch in the water.

  • De tak blokkeert de weg.

    The branch blocks the way.

  • Er is een verkeersopstopping.

    There is a traffic jam.

  • Een verkeersopstopping met een boot.

    A traffic jam with a boat.

  • Dat heeft Jan nog nooit gezien.

    Jan has never seen that before.

  • Er is een probleem.

    There is a problem.

  • Ze kunnen niet vooruit.

    They can't move forward.

  • Ze kunnen niet achteruit.

    They can't go back.

  • Ze zitten vast.

    They are stuck.

  • De mensen aan boord kijken bezorgd.

    The people on board look worried.

  • Jan blijft kalm.

    Jan remains calm.

  • Hij houdt zijn hoofd koel.

    He keeps his cool.

  • Jan heeft een plan.

    Jan has a plan.

  • Hij gaat de tak verwijderen.

    He will remove the branch.

  • Hij trekt zijn schoenen uit.

    He takes off his shoes.

  • Hij rolt zijn broek op.

    He rolls up his pants.

  • Hij gaat het water in.

    He goes into the water.

  • Het water is koud.

    The water is cold.

  • Maar Jan is niet bang.

    But Jan is not afraid.

  • Hij zwemt naar de tak.

    He swims to the branch.

  • Het is een zware tak.

    It's a heavy branch.

  • Maar Jan is sterk.

    But Jan is strong.

  • Hij duwt de tak weg.

    He pushes the branch away.

  • Het is niet makkelijk.

    It's not easy.

  • Maar Jan geeft niet op.

    But Jan doesn't give up.

  • De tak beweegt.

    The branch moves.

  • Beetje bij beetje.

    Little by little.

  • Dan, met een grote plons, gaat de tak weg.

    Then, with a big splash, the branch is gone.

  • De weg is vrij.

    The way is clear.

  • Jan zwemt terug naar de boot.

    Jan swims back to the boat.

  • De mensen juichen.

    People cheer.

  • Jan klimt aan boord.

    Jan climbs on board.

  • Hij is nat en koud.

    He is wet and cold.

  • Maar hij is blij.

    But he is happy.

  • Hij voelt zich een held.

    He feels like a hero.

  • De boot vaart weer.

    The boat sails again.

  • Jan is blij.

    Jan is happy.

  • De mensen zijn blij.

    People are happy.

  • Ze zwaaien naar Jan.

    They wave to Jan.

  • Ze bedanken hem.

    They thank him.

  • Jan lacht.

    Jan smiles.

  • Hij geniet van de rondvaart.

    He enjoys the boat tour.

  • Ondanks het avontuur.

    Despite the adventure.

  • Of misschien juist dankzij het avontuur.

    Or maybe because of the adventure.

  • De dag eindigt goed.

    The day ends well.

  • Dat was Amsterdams grootste verkeersopstopping op het water, denkt Jan.

    That was Amsterdam's biggest traffic jam on the water, Jan thinks.

  • Jan gaat naar huis.

    Jan goes home.

  • Hij is moe, maar tevreden.

    He is tired, but satisfied.

  • Hij heeft de dag van zijn leven gehad.

    He had the day of his life.

  • En hij heeft een verhaal te vertellen.

    And he has a story to tell.

  • Over de dag dat hij een held was.

    About the day he was a hero.

  • In zijn eigen stad.

    In his own city.

  • In Amsterdam.

    In Amsterdam.