Lost in Jordaan: A Heartwarming Tale of Piet and the Ice Cream Girl
FluentFiction - Dutch
Lost in Jordaan: A Heartwarming Tale of Piet and the Ice Cream Girl
In de drukke stad Amsterdam woonde een man genaamd Piet.
In the busy city of Amsterdam lived a man named Piet.
Piet was een flinke meneer met een groot hart voor fietsen.
Piet was a sturdy man with a great love for bicycles.
Hij hield van fietsen zoals kinderen van ijsjes houden.
He loved cycling like children love ice cream.
Een probleem was er wel: Piet raakte altijd snel de weg kwijt.
But there was a problem: Piet always quickly got lost.
Op een zonnige middag besloot Piet naar de markt te gaan.
One sunny afternoon, Piet decided to go to the market.
Hij stapte op zijn fiets en zette zijn pet op tegen de zon.
He got on his bike and put on his cap to shield himself from the sun.
Langs de grachten, de bruggen, de mensen en de duiven ging hij.
Along the canals, the bridges, the people, and the pigeons he went.
Maar toen kwam Piet op een plek met heel veel kleine straatjes.
But then Piet arrived at a place with lots of small streets.
Oh jee, Piet was in de Jordaan aangekomen!
Oh no, Piet had reached the Jordaan!
Het leek wel een doolhof van smalle straatjes.
It was like a maze of narrow streets.
Alle straten leken op elkaar.
All the streets looked the same.
Piet fietste de ene straat in, dan weer de andere.
Piet cycled down one street, then another.
Hij ging naar links, ging naar rechts, en nog eens rechts.
He turned left, turned right, and then right again.
Piet was verdwaald.
Piet was lost.
Piet stopte en keek om zich heen.
Piet stopped and looked around.
Hij riep: "Help, ik ben de weg kwijt!
He cried out, "Help, I'm lost!"
" Mensen liepen voorbij, maar niemand stopte.
People walked by, but no one stopped.
Iedereen was druk.
Everyone was busy.
Druk met winkelen, met praten, met lopen.
Busy with shopping, talking, walking.
Niemand leek Piet te horen.
No one seemed to hear Piet.
Piet kon bijna gaan huilen.
Piet was on the verge of tears.
Hoe kwam hij nu bij de markt?
How would he get to the market now?
En hoe kwam hij straks weer thuis?
And how would he find his way back home later?
Piet wist het niet.
Piet didn't know.
Toen zag Piet een klein meisje.
Then Piet saw a little girl.
Ze had een ijsje in haar hand.
She had an ice cream in her hand.
"Wat is er, meneer?
"What's wrong, sir?"
" vroeg het meisje.
the girl asked.
Piet vertelde het meisje dat hij de weg kwijt was.
Piet told the girl he was lost.
Dat hij naar de markt wilde, maar niet wist hoe.
That he wanted to go to the market but didn't know how.
Het meisje lachte.
The girl laughed.
"Ik weet de weg wel, meneer.
"I know the way, sir.
Ik kom hier elke dag.
I come here every day.
Ik zal u helpen.
I will help you."
" Dus het meisje wees Piet de weg naar de markt.
So the girl showed Piet the way to the market.
Ze vertelde Piet ook hoe hij thuis moest komen.
She also told Piet how to get back home.
Piet was zo blij dat hij bijna moest huilen.
Piet was so happy he almost cried.
“Bedankt meisje," zei Piet.
"Thank you, girl," Piet said.
Hij gaf het meisje een zak centen om nog een ijsje te kopen.
He gave the girl a bag of coins to buy another ice cream.
Het meisje lachte naar Piet en liep weg met haar ijsje.
The girl smiled at Piet and walked away with her ice cream.
Piet besteedde de rest van zijn dag op de markt en had veel plezier.
Piet spent the rest of his day at the market and had a lot of fun.
Hij kocht mooie bloemen en lekker fruit.
He bought beautiful flowers and tasty fruits.
En toen Piet weer naar huis fietste, wist hij precies de weg.
And when Piet cycled back home, he knew the way exactly.
Het was alsof hij de straten al jaren kende.
It was as if he had known the streets for years.
Vanaf toen ging Piet elke week naar de markt.
From then on, Piet went to the market every week.
En elke keer zag hij het kleine meisje met haar ijsje.
And every time he saw the little girl with her ice cream.
Ze zwaaiden naar elkaar en ze lachten.
They waved to each other and they laughed.
Piet werd nooit meer bang om de weg kwijt te raken.
Piet was never afraid of getting lost again.
Want hij wist nu: er is altijd wel iemand die helpt.
Because he now knew: there is always someone who helps.
En zo leefde Piet, blij en gelukkig, nog vele jaren in zijn geliefde Amsterdam.
And so Piet lived, happy and content, for many years in his beloved Amsterdam.