Fleur en Jasper wonen in Amsterdam.

Fleur and Jasper live in Amsterdam.

Amsterdam is een stad met veel grachten.

Amsterdam is a city with many canals.

Er staan ook heel veel fietsen.

There are also a lot of bicycles.

Fleur en Jasper houden heel erg van fietsen.

Fleur and Jasper really love cycling.

Maar vandaag waait het hard.

But today it is windy.

Het regent ook.

It's also raining.

Het lijkt wel een storm!

It seems like a storm!

Fleur heeft een groot idee.

Fleur has a great idea.

Ze gaat een grote paraplu gebruiken.

She is going to use a big umbrella.

Een heel grote paraplu.

A very big umbrella.

Groter dan zijzelf.

Bigger than herself.

"Kijk Jasper, ik heb een paraplu.

"Look Jasper, I have an umbrella.

Nu worden we niet nat!

Now we won't get wet!"

" zegt ze.

she says.

Jasper lacht.

Jasper laughs.

Hij denkt dat het een goed idee is.

He thinks it's a good idea.

Ze pakken hun fietsen.

They grab their bikes.

Ze zetten hun petjes op.

They put on their hats.

Met een slot zetten ze hun tassen vast.

With a lock, they secure their bags.

Ze zijn klaar.

They are ready.

"Kom Jasper, laten we gaan!

"Come Jasper, let's go!"

" zegt Fleur.

says Fleur.

Ze houden de paraplu vast.

They hold the umbrella.

Maar oh nee!

But oh no!

De wind is te sterk.

The wind is too strong.

De paraplu vliegt bijna weg!

The umbrella is flying away!

Jasper houdt de paraplu vast.

Jasper holds onto the umbrella.

Hij is sterk.

He is strong.

Maar de paraplu is nog sterker.

But the umbrella is stronger.

Ze gaan bijna vliegen.

They are about to fly.

Net als een vogel!

Just like a bird!

"Stop, stop, stop!

"Stop, stop, stop!"

" roept Fleur.

shouts Fleur.

Maar de wind hoort haar niet.

But the wind doesn't listen.

De wind gaat maar door.

The wind keeps going.

Ze vliegen over de grachten.

They fly over the canals.

Ze vliegen over de hoge gebouwen.

They fly over the tall buildings.

Ze vliegen over de smalle straatjes.

They fly over the narrow streets.

Ze schrikken.

They are scared.

Maar ze lachen ook.

But they also laugh.

Het is als een groot avontuur.

It's like a big adventure.

Plotseling stopt de wind.

Suddenly the wind stops.

Ze landen zachtjes.

They land softly.

Net als een veertje.

Like a feather.

"Pffff, dat was heftig!

"Phew, that was intense!"

" zegt Jasper.

says Jasper.

"Te heftig!

"Too intense!"

" zegt Fleur.

says Fleur.

Ze zijn blij maar ook een beetje bang.

They are happy but also a bit scared.

Ze kijken naar de grote paraplu.

They look at the big umbrella.

"Die gaan we niet meer gebruiken!

"We're not using that again!"

" zegt Fleur.

says Fleur.

Jasper knikt.

Jasper nods.

Hij is het ermee eens.

He agrees.

Ze pakken hun fietsen weer.

They grab their bikes again.

Ze fietsen langzaam naar huis.

They cycle slowly back home.

Ze kletsen over hun avontuur.

They chat about their adventure.

Ze lachen en giechelen.

They laugh and giggle.

Wat een dag!

What a day!

Wat een verhaal!

What a story!

En weet je wat?

And you know what?

Vanaf die dag, gebruiken ze nooit meer de grote paraplu.

From that day on, they never use the big umbrella again.

Die is nu voor de regen.

It's now for the rain.

En voor de herinnering.

And for the memory.

En zo eindigt hun verhaal.

And that's how their story ends.

Fleur en Jasper met hun grote paraplu.

Fleur and Jasper with their big umbrella.

Fietsend in de Amsterdamse wind en regen.

Cycling in the Amsterdam wind and rain.

Eind goed al goed!

All's well that ends well!