In de gezellige stad Amsterdam, is er een speciale dag.

In the cozy city of Amsterdam, there is a special day.

Dat is Koningsdag.

That is King's Day.

Op die dag waren er drie bevriende kinderen: Anna, Pieter en Sophie.

On that day, there were three friends: Anna, Pieter, and Sophie.

Zij deden hun oranje kleren aan.

They put on their orange clothes.

Anna had een leuk hoedje op.

Anna wore a cute hat.

Pieter zijn overhemd was oranje.

Pieter's shirt was orange.

Sophie droeg een grappige bril.

Sophie had on funny glasses.

Samen liepen ze door de stad.

Together they walked through the city.

Rondom hen was er veel plezier.

Around them, there was a lot of fun.

Er waren spelletjes, mensen zongen en overal was eten.

There were games, people singing, and food everywhere.

Je kon overal lachen en giechelen horen.

You could hear laughter and giggles everywhere.

Overal waar je keek, was het oranje.

Everywhere you looked, it was orange.

Het was druk, maar dat maakte de kinderen niet uit.

It was crowded, but the children didn't mind.

Ze waren blij.

They were happy.

Ze gingen naar het park om spelletjes te spelen.

They went to the park to play games.

Anna deed mee aan zaklopen en ze viel een paar keer, maar ze lachte veel.

Anna participated in a sack race and fell a few times, but she laughed a lot.

Pieter deed een spel met blikken gooien en hij won een prijs.

Pieter played a game of throwing cans, and he won a prize.

Sophie deed een speurtocht en vond alle spulletjes.

Sophie went on a scavenger hunt and found all the items.

Elk kind kreeg iets leuks.

Each child received something nice.

Na het park gingen ze naar de grachten.

After the park, they went to the canals.

Ze keken naar de boten parade.

They watched the boat parade.

Alle boten waren versierd met oranje.

All the boats were decorated in orange.

Het was mooi.

It was beautiful.

Ze zagen zelfs een boot met een koning en koningin!

They even saw a boat with a king and queen!

Ze zwaaiden en iedereen zwaaiden terug.

They waved, and everyone waved back.

Toen ze moe waren, gingen ze naar huis.

When they were tired, they went home.

Ze liepen over de grachten en zagen de zon ondergaan.

They walked along the canals and watched the sunset.

De lucht was oranje, net als hun kleren.

The sky was orange, just like their clothes.

Ze aten nog een oranje tompouce naar de Nederlandse traditie.

They ate another orange pastry, following the Dutch tradition.

Ze waren moe, maar ze waren ook heel blij.

They were tired, but they were also very happy.

Die nacht gingen ze vroeg naar bed.

That night they went to bed early.

Ze droomden over de oranje dag.

They dreamt of the orange day.

Ze keken al uit naar het volgende jaar, om weer Koningsdag te vieren.

They were already looking forward to next year, to celebrate King's Day again.

Het was een dag vol vreugde en plezier.

It was a day full of joy and fun.

Het was een geweldig avontuur geworden, ondanks de drukte in de stad.

It had become a great adventure, despite the city's hustle and bustle.

Ze hadden van elke seconde genoten.

They had enjoyed every second of it.

Ze hadden geleerd dat samen feestvieren het leukste is wat er is.

They had learned that celebrating together is the best thing there is.

In de stad Amsterdam, beleefden Anna, Pieter en Sophie een avontuur en ze waren blij.

In the city of Amsterdam, Anna, Pieter, and Sophie experienced an adventure, and they were happy.

Ze hadden Koningsdag gevierd, van top tot teen in het oranje gekleed.

They celebrated King's Day, dressed from head to toe in orange.

Ze zouden deze dag altijd onthouden.

They would always remember this day.

En zo eindigde hun bijzondere Koningsdag in Amsterdam.

And so their special King's Day in Amsterdam came to an end.