FluentFiction - Dutch

The Vibrant Adventures of Sophie and Thijs on King's Day

FluentFiction - Dutch

13m 03sApril 18, 2024

The Vibrant Adventures of Sophie and Thijs on King's Day

1x
0:000:00
View Mode:
  • Het was een bijzondere dag in Amsterdam.

    It was a special day in Amsterdam.

  • Koningsdag!

    King's Day!

  • Mensen waren vrolijk.

    People were happy.

  • Winkels waren gesloten.

    Shops were closed.

  • Alle mensen droegen oranje.

    Everybody was wearing orange.

  • Sophie en Thijs konden niet wachten!

    Sophie and Thijs couldn't wait!

  • Ze waren beste vrienden sinds de kleuterschool.

    They had been best friends since kindergarten.

  • Elk jaar vierden ze Koningsdag samen.

    Every year they celebrated King's Day together.

  • Dit jaar hadden ze een plan.

    This year they had a plan.

  • Ze wilden van top tot teen in oranje kleding zijn.

    They wanted to be dressed from head to toe in orange.

  • Sophie begon met een grote oranje hoed.

    Sophie started with a large orange hat.

  • Ze had een matching oranje shirt en broek.

    She had a matching orange shirt and pants.

  • Ze droeg oranje sokken in haar oranje schoenen.

    She wore orange socks in her orange shoes.

  • Thijs droeg een oranje stropdas met zijn oranje overhemd.

    Thijs wore an orange tie with his orange shirt.

  • Zijn oranje broek had grappige oranje stippen.

    His orange pants had funny orange dots.

  • Zijn oranje schoenen maakten hem het hele jaar door gelukkig, maar vooral op Koningsdag.

    His orange shoes made him happy all year round, but especially on King's Day.

  • Ze vertrokken naar het Vondelpark.

    They headed to Vondelpark.

  • Daar was een grote vrijmarkt.

    There was a big flea market.

  • Sophie en Thijs hadden een kraampje.

    Sophie and Thijs had a stand.

  • Ze verkochten zelfgemaakte oranje koekjes.

    They were selling homemade orange cookies.

  • Mensen vonden hun koekjes lekker.

    People enjoyed their cookies.

  • Ze verkochten veel koekjes.

    They sold a lot of cookies.

  • Na de vrijmarkt gingen ze naar een concert.

    After the flea market, they went to a concert.

  • De muziek was luid en leuk.

    The music was loud and fun.

  • Iedereen danste en zong mee.

    Everyone was dancing and singing along.

  • Sophie en Thijs dansten het meest.

    Sophie and Thijs danced the most.

  • Ze waren blij.

    They were happy.

  • Aan het eind van de dag gingen ze naar huis.

    At the end of the day, they went home.

  • Ze waren moe maar vrolijk.

    They were tired but happy.

  • Ze hadden veel plezier gehad.

    They had a lot of fun.

  • Ze hadden veel koekjes verkocht.

    They had sold a lot of cookies.

  • En ze hadden gedanst op hun favoriete muziek.

    And they had danced to their favorite music.

  • Ze keken naar hun oranje kleding.

    They looked at their orange clothes.

  • Ze waren echt van top tot teen oranje geweest.

    They had truly been dressed from head to toe in orange.

  • Ze lachten en gaven elkaar een high five.

    They laughed and high-fived each other.

  • Hun Koningsdag was perfect geweest.

    Their King's Day had been perfect.

  • Sophie en Thijs keken uit naar volgend jaar.

    Sophie and Thijs were looking forward to next year.

  • Ze zouden weer Koningsdag vieren.

    They would celebrate King's Day again.

  • Ze zouden weer van top tot teen in oranje zijn.

    They would be dressed from head to toe in orange again.

  • Maar nu was het tijd om te slapen.

    But now it was time to sleep.

  • Ze vielen in slaap met een glimlach.

    They drifted off to sleep with a smile.

  • Ze droomden van de volgende Koningsdag.

    They dreamt of the next King's Day.

  • Ze waren blij.

    They were happy.

  • Het was een geweldige dag geweest.

    It had been a great day.