FluentFiction - Dutch

Laughter in Amsterdam: The Game of Mispronounced Dutch Words

FluentFiction - Dutch

12m 31sApril 23, 2024

Laughter in Amsterdam: The Game of Mispronounced Dutch Words

1x
0:000:00
View Mode:
  • In Amsterdam, de stad vol kleurrijke huizen en grachten, woonden drie vrienden.

    In Amsterdam, the city full of colorful houses and canals, lived three friends.

  • Lotte, Daan en Emma waren hun namen.

    Lotte, Daan, and Emma were their names.

  • Vaak gingen zij naar het Vondelpark om te spelen, te kletsen en te lachen.

    They often went to Vondelpark to play, chat, and laugh.

  • Maar er was iets bijzonders aan deze vrienden.

    But there was something special about these friends.

  • Ze hebben een spel wat ze altijd spelen.

    They had a game they always played.

  • Ze proberen dan moeilijke Nederlandse woorden goed uit te spreken.

    They would try to pronounce difficult Dutch words correctly.

  • Vandaag zouden ze dit spel weer spelen en Lotte had haar nieuwe woordenboek mee.

    Today they would play this game again, and Lotte had brought her new dictionary.

  • Lotte begon met een groot, moeilijk woord.

    Lotte started with a big, difficult word.

  • "Gymnasium," zei ze en keek naar Daan en Emma.

    "Gymnasium," she said, looking at Daan and Emma.

  • Daan knipperde met zijn ogen en krabbelde in zijn haar.

    Daan blinked and scratched his head.

  • "Glim-nasi-jum?

    "Glim-nasi-jum?"

  • " probeerde hij.

    he tried.

  • Lotte schoot in de lach.

    Lotte burst out laughing.

  • "Nee gekkie, gym-na-si-um," corrigeerde ze hem.

    "No silly, gym-na-si-um," she corrected him.

  • Emma giechelde.

    Emma giggled.

  • Ze vond het spel altijd erg grappig.

    She always found the game very funny.

  • Toen was het de beurt van Emma.

    Then it was Emma's turn.

  • "Prehistorisch," zei ze met een grijns.

    "Prehistoric," she said with a grin.

  • Daan keek even verward en probeerde het woord te herhalen.

    Daan looked puzzled for a moment and tried to repeat the word.

  • "Pries-tories?

    "Pries-tories?"

  • " probeerde hij.

    he tried.

  • Nee, ook dat woord was fout.

    No, that word was also wrong.

  • Ze lachten en gaven Daan een knuffel.

    They laughed and gave Daan a hug.

  • Daan wilde ook een woord kiezen maar toen gebeurde er iets.

    Daan wanted to choose a word too, but then something happened.

  • Zijn gezicht werd rood en zijn handen trilden.

    His face turned red and his hands trembled.

  • "Konijnenkeutel," zei hij zo serieus als hij kon.

    "Rabbit dropping," he said as seriously as he could.

  • Emma barstte in lachen uit.

    Emma burst into laughter.

  • Zij rolde over de grond van het lachen.

    She rolled on the ground laughing.

  • Zelfs Lotte kon haar lachen niet inhouden.

    Even Lotte couldn't contain her laughter.

  • Daan werd nog roder maar lachte ook.

    Daan got even redder but laughed too.

  • Ze realiseerden zich dat het niet ging om de woorden goed te zeggen maar om de lach en de vreugde die ze deelden.

    They realized that it wasn't about saying the words correctly but about the laughter and joy they shared.

  • Aan het eind van de dag, keken ze naar de zonsondergang bij de gracht.

    At the end of the day, they watched the sunset by the canal.

  • Ze lachten om hun eigen hilarische miscommunicaties.

    They laughed at their own hilarious miscommunications.

  • Ze hadden niet goed de moeilijke Nederlandse woorden uitgesproken, maar dat is niet erg.

    They hadn't pronounced the difficult Dutch words correctly, but that was okay.

  • Ze waren blij omdat ze samen waren en veel plezier hadden.

    They were happy because they were together and had a lot of fun.

  • Nog steeds zegt Daan 'konijnenkeutel' in plaats van 'konijnenkeutel'.

    Daan still says 'rabbit dropping' instead of 'rabbit dropping'.

  • En elke keer als hij het zegt, lachen ze nog harder.

    And every time he says it, they laugh even harder.

  • Ze waren het erover eens dat het niet uitmaakt hoe je de woorden zegt, zolang je maar plezier maakt en lacht.

    They agreed that it doesn't matter how you say the words, as long as you have fun and laugh.

  • En dat is het belangrijkste van hun vriendschap: samen lachen en plezier maken, maakt niet uit in welke taal of welk spel zij speelden.

    That is the essence of their friendship: laughing together and having fun, no matter the language or game they play.