Lost Bikes in the Venice of the North
FluentFiction - Dutch
Lost Bikes in the Venice of the North
Het was een zonnige zomerdag in Amsterdam.
It was a sunny summer day in Amsterdam.
Marit en Daan gingen op pad.
Marit and Daan set out.
Ze namen hun fietsen.
They took their bikes.
Ze lachten, praten en genoten van het weer.
They laughed, talked, and enjoyed the weather.
Maar ze vergaten waar ze hun fietsen hadden geparkeerd!
But they forgot where they had parked their bikes!
Na de lunch in een bruin café aan de grachten, liepen Marit en Daan naar de plek waar ze dachten dat hun fietsen stonden.
After lunch in a brown café by the canals, Marit and Daan walked to where they thought their bikes were.
Ze keken rond.
They looked around.
Maar daar waren hun fietsen niet!
But their bikes weren't there!
Ze probeerden het zich te herinneren.
They tried to remember.
Maar overal stonden fietsen!
But bikes were everywhere!
In Amsterdam, zijn er duizenden fietsen en ze leken allemaal hetzelfde.
In Amsterdam, there are thousands of bikes and they all seemed the same.
Ze zochten en zochten.
They searched and searched.
Door straten, langs grachten, bij parken.
Through streets, along canals, in parks.
Ze zochten bij de beroemde musea.
They searched near the famous museums.
Ze zochten bij de bloemenmarkt.
They searched near the flower market.
Maar hun fietsen waren nergens te vinden.
But their bikes were nowhere to be found.
"Hoe kan dit gebeuren in onze eigen stad?
"How can this happen in our own city?"
" vroeg Marit, haar handen in haar zakken gestopt uit frustratie.
Marit asked, frustration evident as she put her hands in her pockets.
Maar Daan lachte alleen maar, en zei: "Dat is het plezier van wonen in Amsterdam.
But Daan just laughed and said, "That's the fun of living in Amsterdam.
Het is altijd een avontuur!
It's always an adventure!"
"Marit en Daan moesten naar huis.
Marit and Daan had to go home.
Maar zonder hun fietsen?
But without their bikes?
Dat was een probleem.
That was a problem.
Ze dachten lang na.
They thought for a long time.
En toen kreeg Daan een idee!
And then Daan had an idea!
"We kunnen misschien de tram nemen!
"Maybe we can take the tram!"
" zei Daan.
Daan suggested.
Marit knikte.
Marit nodded.
Het leek een goede oplossing.
It seemed like a good solution.
Dus stapten ze op de tram en gingen naar huis.
So they got on the tram and went home.
Maar die nacht, konden ze niet stoppen met denken over hun fietsen.
But that night, they couldn't stop thinking about their bikes.
De volgende ochtend, vroeg, ging Daan naar de bakker.
The next morning, early, Daan went to the bakery.
Toen hij terug liep, zag hij de fietsen bij de broodjeszaak parkeren.
On his way back, he saw the bikes parked by the sandwich shop.
Hij herkende ze aan de gekleurde linten die Marit aan de handvaten had gebonden!
He recognized them by the colored ribbons that Marit had tied to the handles!
Hij lachte en rende terug naar Marit.
He laughed and ran back to Marit.
Marit en Daan haalden hun fietsen op.
Marit and Daan retrieved their bikes.
Ze waren blij.
They were happy.
En ze hebben ook geleerd.
And they also learned.
Nu denken ze altijd aan waar ze hun fietsen parkeren.
Now they always think about where they park their bikes.
En zo eindigt ons verhaal.
And so our story ends.
Marit en Daan hebben hun fietsen terug.
Marit and Daan got their bikes back.
En in Amsterdam, is dat altijd een goed einde.
And in Amsterdam, that's always a good ending.