FluentFiction - Dutch

Lost Bikes in the Venice of the North

FluentFiction - Dutch

13m 02sApril 27, 2024

Lost Bikes in the Venice of the North

1x
0:000:00
View Mode:
  • Het was een zonnige zomerdag in Amsterdam.

    It was a sunny summer day in Amsterdam.

  • Marit en Daan gingen op pad.

    Marit and Daan set out.

  • Ze namen hun fietsen.

    They took their bikes.

  • Ze lachten, praten en genoten van het weer.

    They laughed, talked, and enjoyed the weather.

  • Maar ze vergaten waar ze hun fietsen hadden geparkeerd!

    But they forgot where they had parked their bikes!

  • Na de lunch in een bruin café aan de grachten, liepen Marit en Daan naar de plek waar ze dachten dat hun fietsen stonden.

    After lunch in a brown café by the canals, Marit and Daan walked to where they thought their bikes were.

  • Ze keken rond.

    They looked around.

  • Maar daar waren hun fietsen niet!

    But their bikes weren't there!

  • Ze probeerden het zich te herinneren.

    They tried to remember.

  • Maar overal stonden fietsen!

    But bikes were everywhere!

  • In Amsterdam, zijn er duizenden fietsen en ze leken allemaal hetzelfde.

    In Amsterdam, there are thousands of bikes and they all seemed the same.

  • Ze zochten en zochten.

    They searched and searched.

  • Door straten, langs grachten, bij parken.

    Through streets, along canals, in parks.

  • Ze zochten bij de beroemde musea.

    They searched near the famous museums.

  • Ze zochten bij de bloemenmarkt.

    They searched near the flower market.

  • Maar hun fietsen waren nergens te vinden.

    But their bikes were nowhere to be found.

  • "Hoe kan dit gebeuren in onze eigen stad?

    "How can this happen in our own city?"

  • " vroeg Marit, haar handen in haar zakken gestopt uit frustratie.

    Marit asked, frustration evident as she put her hands in her pockets.

  • Maar Daan lachte alleen maar, en zei: "Dat is het plezier van wonen in Amsterdam.

    But Daan just laughed and said, "That's the fun of living in Amsterdam.

  • Het is altijd een avontuur!

    It's always an adventure!"

  • "Marit en Daan moesten naar huis.

    Marit and Daan had to go home.

  • Maar zonder hun fietsen?

    But without their bikes?

  • Dat was een probleem.

    That was a problem.

  • Ze dachten lang na.

    They thought for a long time.

  • En toen kreeg Daan een idee!

    And then Daan had an idea!

  • "We kunnen misschien de tram nemen!

    "Maybe we can take the tram!"

  • " zei Daan.

    Daan suggested.

  • Marit knikte.

    Marit nodded.

  • Het leek een goede oplossing.

    It seemed like a good solution.

  • Dus stapten ze op de tram en gingen naar huis.

    So they got on the tram and went home.

  • Maar die nacht, konden ze niet stoppen met denken over hun fietsen.

    But that night, they couldn't stop thinking about their bikes.

  • De volgende ochtend, vroeg, ging Daan naar de bakker.

    The next morning, early, Daan went to the bakery.

  • Toen hij terug liep, zag hij de fietsen bij de broodjeszaak parkeren.

    On his way back, he saw the bikes parked by the sandwich shop.

  • Hij herkende ze aan de gekleurde linten die Marit aan de handvaten had gebonden!

    He recognized them by the colored ribbons that Marit had tied to the handles!

  • Hij lachte en rende terug naar Marit.

    He laughed and ran back to Marit.

  • Marit en Daan haalden hun fietsen op.

    Marit and Daan retrieved their bikes.

  • Ze waren blij.

    They were happy.

  • En ze hebben ook geleerd.

    And they also learned.

  • Nu denken ze altijd aan waar ze hun fietsen parkeren.

    Now they always think about where they park their bikes.

  • En zo eindigt ons verhaal.

    And so our story ends.

  • Marit en Daan hebben hun fietsen terug.

    Marit and Daan got their bikes back.

  • En in Amsterdam, is dat altijd een goed einde.

    And in Amsterdam, that's always a good ending.