FluentFiction - Dutch

Biking through Amsterdam: Tulips, Cheese, and True Friendship

FluentFiction - Dutch

12m 02sApril 29, 2024

Biking through Amsterdam: Tulips, Cheese, and True Friendship

1x
0:000:00
View Mode:
  • Het is een zonnige dag in Amsterdam.

    It is a sunny day in Amsterdam.

  • Daan, Lotte en Jan zijn dikke vrienden.

    Daan, Lotte, and Jan are good friends.

  • Ze houden van fietsen en van lekker eten.

    They love riding bikes and enjoying good food.

  • Daan heeft een uitdaging bedacht.

    Daan has come up with a challenge.

  • "Wie kan er fietsen met een boeket tulpen en een wiel Goudse kaas in zijn hand?

    "Who can ride a bike with a bouquet of tulips and a wheel of Gouda cheese in their hand?"

  • ", vraagt hij.

    he asks.

  • Lotte lacht heel hard en Jan kijkt een beetje bang.

    Lotte laughs out loud and Jan looks a little scared.

  • Ze staan op de Prinsengracht, naast het Anne Frank Huis.

    They are standing on Prinsengracht, next to the Anne Frank House.

  • Daan heeft een klein bloemenwinkeltje aan de gracht.

    Daan has a small flower shop on the canal.

  • "Kom, we gaan tulpen kopen!

    "Come on, let's go buy tulips!"

  • " zegt hij.

    he says.

  • Ze lopen samen naar Daan's winkel.

    They walk together to Daan's shop.

  • Daan pakt een mooi boeket met rode en gele tulpen.

    Daan picks a beautiful bouquet of red and yellow tulips.

  • Bij de kaasboer kopen ze een groot wiel Goudse kaas.

    At the cheese shop, they buy a large wheel of Gouda cheese.

  • Nu hebben ze alles.

    Now they have everything they need.

  • Ze stappen weer op hun fietsen.

    They get back on their bikes.

  • Dit wordt leuk!

    This is going to be fun!

  • Daan en Lotte proberen het eerst.

    Daan and Lotte try first.

  • Daan valt bijna in het water, maar Lotte kan het!

    Daan almost falls into the water, but Lotte succeeds!

  • Ze lacht en zwaait met haar vrije hand.

    She laughs and waves with her free hand.

  • De mensen lachen en klappen voor haar.

    People around them laugh and applaud.

  • Nu is Jan aan de beurt.

    Now it's Jan's turn.

  • Hij ziet er bang uit.

    He looks scared.

  • "Ik kan dit niet," zegt hij.

    "I can't do this," he says.

  • Maar zijn vrienden moedigen hem aan.

    But his friends encourage him.

  • "Kom op Jan, je kan het!

    "Come on, Jan, you can do it!"

  • " roepen ze.

    they shout.

  • En hij doet het!

    And he does it!

  • Hij fietst langzaam, maar hij valt niet.

    He rides slowly, but he doesn't fall.

  • Hij lacht breed als hij de eindstreep haalt.

    He smiles widely as he reaches the finish line.

  • Zijn vrienden juichen luid.

    His friends cheer loudly.

  • Ze zijn trots op Jan.

    They are proud of Jan.

  • Ze hebben veel gelachen en veel plezier gehad.

    They have laughed a lot and had a great time.

  • Ze zijn naar huis gegaan en hebben samen de kaas opgegeten.

    They went home and ate the cheese together.

  • Het was een mooie dag in Amsterdam.

    It was a beautiful day in Amsterdam.

  • Het verhaal leert ons dat we altijd dingen moeten proberen, ook al zijn we bang.

    The story teaches us that we should always try new things, even if we are afraid.

  • We hebben vrienden die ons steunen.

    We have friends who support us.

  • En dat maakt alles leuker en makkelijker.

    And that makes everything more fun and easier.

  • Vooral in een mooie stad als Amsterdam, met zijn grachten, bloemen en kaas.

    Especially in a beautiful city like Amsterdam, with its canals, flowers, and cheese.