FluentFiction - Dutch

Lost in the Tulip Maze: A Day at Keukenhof Gardens

FluentFiction - Dutch

14m 02sJune 9, 2024

Lost in the Tulip Maze: A Day at Keukenhof Gardens

1x
0:000:00
View Mode:
  • Het was een zonnige dag in de lente.

    It was a sunny day in the spring.

  • Sander en Femke stapten uit de bus.

    Sander and Femke stepped off the bus.

  • Ze waren op een schoolreis naar de Keukenhof.

    They were on a school trip to the Keukenhof.

  • De tulpen stonden in bloei.

    The tulips were in bloom.

  • Kleurrijke bloemen vulden het park.

    Colorful flowers filled the park.

  • Ze zagen rood, geel, roze en paars.

    They saw red, yellow, pink, and purple.

  • "Femke, kijk daar!"

    "Femke, look over there!"

  • riep Sander opgewonden.

    Sander exclaimed excitedly.

  • Hij wees naar een groot veld vol tulpen.

    He pointed to a large field full of tulips.

  • Femke glimlachte.

    Femke smiled.

  • Ze hield van bloemen.

    She loved flowers.

  • Samen liepen ze het park in.

    Together, they walked into the park.

  • De leraar, meneer Bakker, vertelde over de geschiedenis van de tulpen.

    The teacher, Mr. Bakker, talked about the history of the tulips.

  • "In de 17e eeuw waren tulpen heel waardevol," zei hij.

    "In the 17th century, tulips were very valuable," he said.

  • "Mensen ruilden tulpenbollen voor huizen en land."

    "People traded tulip bulbs for houses and land."

  • De kinderen luisterden aandachtig.

    The children listened attentively.

  • Sander en Femke besloten het labyrint in de tuin te verkennen.

    Sander and Femke decided to explore the maze in the garden.

  • Ze renden rond en lachten.

    They ran around and laughed.

  • Plotseling zagen ze een kleine kikker springen.

    Suddenly, they saw a small frog jump.

  • "Kijk, die is schattig!"

    "Look, it's cute!"

  • zei Femke.

    said Femke.

  • Ze volgden de kikker, maar raakten verdwaald.

    They followed the frog but got lost.

  • "Waar zijn we nu?"

    "Where are we now?"

  • vroeg Sander bezorgd.

    Sander asked worriedly.

  • Ze konden de uitgang niet vinden.

    They couldn’t find the exit.

  • Paniek begon te groeien.

    Panic began to rise.

  • Maar toen hoorden ze een vogel zingen.

    But then they heard a bird singing.

  • Femke herkende het geluid.

    Femke recognized the sound.

  • "Die vogel zingt altijd bij de ingang!"

    "That bird always sings near the entrance!"

  • riep ze.

    she exclaimed.

  • Met hernieuwde hoop volgden ze het gezang.

    With renewed hope, they followed the singing.

  • Na een paar bochten vonden ze de uitgang.

    After a few turns, they found the exit.

  • Buiten het labyrint stonden meneer Bakker en de rest van de klas te wachten.

    Outside the maze, Mr. Bakker and the rest of the class were waiting.

  • "Daar zijn jullie!"

    "There you are!"

  • zei meneer Bakker opgelucht.

    Mr. Bakker said, relieved.

  • "We maakten ons zorgen."

    "We were worried."

  • Sander en Femke haalden diep adem.

    Sander and Femke took a deep breath.

  • Ze waren veilig.

    They were safe.

  • Ze keken elkaar aan en begonnen te lachen.

    They looked at each other and started laughing.

  • "Dit was een avontuur," zei Sander.

    "This was an adventure," said Sander.

  • "Ja," zei Femke, "maar volgende keer blijven we bij de groep!"

    "Yes," said Femke, "but next time we will stay with the group!"

  • De rest van de dag genoten ze van de tulpen en het park.

    The rest of the day, they enjoyed the tulips and the park.

  • Toen de bus vertrok, keken ze nog een laatste keer naar de bloemenzee.

    When the bus left, they took one last look at the sea of flowers.

  • Het was een dag om nooit te vergeten.

    It was a day to never forget.