FluentFiction - Dutch

Healing Walls: Art and Connection in the Psychiatric Ward

FluentFiction - Dutch

19m 59sJuly 12, 2024

Healing Walls: Art and Connection in the Psychiatric Ward

1x
0:000:00
View Mode:
  • Het was een warme zomer.

    It was a warm summer.

  • De zon leek altijd te schijnen in de tuin van de psychiatrische afdeling.

    The sun seemed to always shine in the garden of the psychiatric ward.

  • Merel zat vaak alleen, naast het raam.

    Merel often sat alone, next to the window.

  • Ze hield van de kleuren buiten, maar in haar hoofd was alles grijs.

    She loved the colors outside, but everything in her mind was gray.

  • Ze hield van schilderen.

    She loved painting.

  • Het gaf haar rust, een beetje controle.

    It gave her peace, a bit of control.

  • Bram was anders.

    Bram was different.

  • Hij was altijd in beweging.

    He was always in motion.

  • Zijn gedachten waren net zo snel als zijn handen en voeten.

    His thoughts were just as fast as his hands and feet.

  • Hij hield van schrijven.

    He loved writing.

  • Woorden brachten orde in zijn chaos.

    Words brought order to his chaos.

  • Maar op de afdeling was het moeilijk om al die energie kwijt te raken.

    But on the ward, it was hard to expend all that energy.

  • De zomer school programma was een nieuw idee.

    The summer school program was a new idea.

  • Het bood verschillende creatieve workshops aan, om de studenten te helpen.

    It offered various creative workshops to help the students.

  • Merel en Bram waren allebei aanwezig, maar ze spraken nooit met elkaar.

    Merel and Bram were both present, but they never spoke to each other.

  • Hun werelden waren te verschillend.

    Their worlds were too different.

  • Eén dag kwam er een nieuwe docent.

    One day, a new teacher arrived.

  • Ze stelde een project voor: een muurschildering.

    She proposed a project: a mural.

  • Iedereen kon meedoen.

    Everyone could join in.

  • Het moest de stemming van de zomer school vangen.

    It was meant to capture the spirit of the summer school.

  • Merel voelde een vlammetje van opwinding.

    Merel felt a spark of excitement.

  • Een groot schilderij!

    A big painting!

  • Dat was haar droom.

    That was her dream.

  • Bram was ook geïnteresseerd.

    Bram was also interested.

  • Hij dacht meteen aan de verhalen die hij zou kunnen schrijven.

    He immediately thought of the stories he could write.

  • Toen begon het probleem.

    Then the problem began.

  • Merel wilde een rustig, sereen landschap.

    Merel wanted a calm, serene landscape.

  • Blauwe luchten, groene velden, zachte kleuren.

    Blue skies, green fields, soft colors.

  • Bram wilde iets levendigs en druk.

    Bram wanted something lively and busy.

  • Hij dacht aan een stad vol energie.

    He thought of a city full of energy.

  • Ze konden het niet eens worden.

    They couldn't agree.

  • "Waarom moet alles zo stil bij jou?" vroeg Bram, gefrustreerd.

    "Why does everything have to be so quiet with you?" Bram asked, frustrated.

  • "Het is saai!"

    "It's boring!"

  • "Waarom moet alles altijd zo veel zijn bij jou?" antwoordde Merel boos.

    "Why does everything always have to be so much with you?" Merel answered angrily.

  • "Het is te druk!"

    "It's too busy!"

  • De staf van de afdeling keek bezorgd toe.

    The ward staff looked on with concern.

  • Dit project moest helpen, niet meer problemen veroorzaken.

    This project was supposed to help, not create more problems.

  • De docent stelde een compromis voor.

    The teacher suggested a compromise.

  • "Misschien kunnen jullie een verhaal schilderen," zei ze.

    "Maybe you can paint a story," she said.

  • "Bram, schrijf het verhaal. Merel, schilder de scènes."

    "Bram, write the story. Merel, paint the scenes."

  • Merel en Bram zaten bij elkaar en spraken.

    Merel and Bram sat together and talked.

  • Voor het eerst luisterden ze echt naar elkaar.

    For the first time, they truly listened to each other.

  • Bram beschreef een stad, maar met rustige parken.

    Bram described a city, but with peaceful parks.

  • Merel schilderde een tuin, maar met kinderen die speelden.

    Merel painted a garden, but with children playing.

  • Langzaam kwamen ze tot een overeenstemming.

    Slowly, they reached an agreement.

  • De muurschildering groeide elke dag.

    The mural grew every day.

  • De andere studenten kijken nieuwsgierig toe en hielpen soms.

    The other students watched curiously and sometimes helped.

  • Er was een deel stad, een deel tuin, kleuren mixen en ideeën verweven.

    There was a part city, a part garden, colors mixing and ideas intertwining.

  • Merel voelde zich rustiger, minder angstig.

    Merel felt calmer, less anxious.

  • Ze leerde Bram beter kennen, zag dat zijn energie ook creatief en positief kon zijn.

    She got to know Bram better and saw that his energy could also be creative and positive.

  • Bram leerde focussen, zijn gedachten te ordenen.

    Bram learned to focus, to organize his thoughts.

  • Hij begon meer rekening te houden met anderen.

    He began to be more considerate of others.

  • Op de laatste dag van de zomer school was de muurschildering klaar.

    On the last day of summer school, the mural was finished.

  • Het was prachtig.

    It was beautiful.

  • Iedereen bewonderde het.

    Everyone admired it.

  • Merel en Bram keken elkaar aan.

    Merel and Bram looked at each other.

  • De ruzies waren vergeten.

    The quarrels were forgotten.

  • Ze hadden iets moois gemaakt, samen.

    They had made something beautiful, together.

  • De zon scheen door de ramen op de schildering.

    The sun shone through the windows onto the mural.

  • De tuin buiten leek er een beetje jaloers op.

    The garden outside seemed a bit jealous of it.

  • In de rustige stukken kon je de drukte voelen, en in de drukte kon je rust vinden.

    In the quiet parts, you could feel the busyness, and in the busy parts, you could find tranquility.

  • Net als bij Merel en Bram.

    Just like with Merel and Bram.

  • Ze leerden iets belangrijks: soms kunnen verschillen samen iets bijzonders maken.

    They learned something important: sometimes differences can create something special together.

  • De zomer eindigde, maar hun vriendschap duurde voort.

    The summer ended, but their friendship endured.