FluentFiction - Dutch

Lost and Found: A Journey Through De Hoge Veluwe's Misty Marsh

FluentFiction - Dutch

17m 29sAugust 6, 2024

Lost and Found: A Journey Through De Hoge Veluwe's Misty Marsh

1x
0:000:00
View Mode:
  • De mist hing dik over het moeras in De Hoge Veluwe.

    The mist hung thick over the marsh in De Hoge Veluwe.

  • Liselotte zette rustig haar ene voet voor de andere.

    Liselotte calmly placed one foot in front of the other.

  • De vogels maakten geen geluid, en de stilte maakte haar onrustig.

    The birds made no sound, and the silence made her uneasy.

  • Ze was hier gekomen voor de rust.

    She had come here for the peace and quiet.

  • De stilte was goed voor haar gedachten.

    The silence was good for her thoughts.

  • Maar nu was de stilte te groot.

    But now the silence was too much.

  • Ze voelde zich alleen.

    She felt alone.

  • Ze had net een relatie beëindigd.

    She had just ended a relationship.

  • Het was moeilijk geweest.

    It had been difficult.

  • Liselotte had nodig gevoeld even weg te zijn van alles.

    Liselotte had felt the need to get away from everything for a while.

  • Ze had haar wandelschoenen aangetrokken en was vertrokken.

    She put on her hiking boots and left.

  • Nu leek het moeras haar in te slikken.

    Now the marsh seemed to swallow her.

  • Ze keek om zich heen.

    She looked around.

  • Alles zag er hetzelfde uit.

    Everything looked the same.

  • Hoge bomen en dichte struiken verdrongen elkaar in het dichte mist.

    Tall trees and dense bushes jostled each other in the thick mist.

  • "Waar ben ik?

    "Where am I?"

  • " vroeg ze zich hardop af.

    she asked out loud.

  • Ze haalde diep adem en probeerde rustig te blijven.

    She took a deep breath and tried to stay calm.

  • Als je boos wordt, maak je fouten, herinnerde ze zichzelf.

    If you get angry, you make mistakes, she reminded herself.

  • Ze moest beslissen wat te doen.

    She had to decide what to do.

  • Blijven wachten of verdergaan.

    Stay put or move on.

  • Ze checkte haar kaart, maar de mist maakte het moeilijk om iets te herkennen.

    She checked her map, but the mist made it hard to recognize anything.

  • Liselotte herinnerde zich de adviezen van haar wandelclub: "Als je verdwaalt, blijf op je plek.

    Liselotte remembered the advice from her hiking club: "If you get lost, stay where you are."

  • " Maar dit voelde anders.

    But this felt different.

  • Ze moest iets doen.

    She had to do something.

  • Ze kon niet blijven zitten en wachten.

    She couldn’t just sit there and wait.

  • Een stap naar voren, dan nog een.

    One step forward, then another.

  • Ze ademde diep in om kalm te blijven.

    She breathed deeply to stay calm.

  • De mist leek minder dicht toen ze verder liep.

    The mist seemed less dense as she walked on.

  • Plots hoorde ze een geluid.

    Suddenly, she heard a sound.

  • Ver weg, maar duidelijk.

    Far away, but clear.

  • Een stem?

    A voice?

  • Of gewoon de wind?

    Or just the wind?

  • Haar hart sloeg een slag over.

    Her heart skipped a beat.

  • Wat als het gevaarlijk was?

    What if it was dangerous?

  • Of erger, wat als het gewoon niets was?

    Or worse, what if it was nothing?

  • Ze kon teruggaan.

    She could go back.

  • Veilig blijven.

    Stay safe.

  • Maar iets in haar zette haar in beweging, het geluid volgend.

    But something inside her pushed her to keep moving, following the sound.

  • Elke stap bracht haar dichterbij.

    Each step brought her closer.

  • De mist leek zich terug te trekken.

    The mist seemed to retreat.

  • Het geluid werd luider, warmer, menselijker.

    The sound became louder, warmer, more human.

  • En toen zag ze het.

    And then she saw it.

  • Een pad!

    A path!

  • Voor haar verscheen een duidelijke route door de bomen.

    Ahead of her, a clear route through the trees appeared.

  • Ze voelde een golf van opluchting.

    She felt a wave of relief.

  • Ze was eruit.

    She was out.

  • Ze had het gehaald.

    She had made it.

  • Ze vervolgde het pad en het geluid werd een grotere groep wandelaars.

    She followed the path, and the sound turned into a larger group of hikers.

  • Een ranger zag haar en groette.

    A ranger saw her and greeted her.

  • “Alles in orde?

    "Everything okay?"

  • ” vroeg de man.

    the man asked.

  • Liselotte knikte en glimlachte.

    Liselotte nodded and smiled.

  • Ja, alles was in orde.

    Yes, everything was okay.

  • Ze had niet alleen het moeras gevonden, maar ook een stukje van zichzelf.

    She had not only found her way out of the marsh but also a part of herself.

  • Ze voelde zich sterker, zekerder van zichzelf.

    She felt stronger, more confident.

  • De wandeling had haar iets geleerd.

    The hike had taught her something.

  • Ze kon beslissingen nemen.

    She could make decisions.

  • Ze kon haar angsten onder ogen zien.

    She could face her fears.

  • En, misschien nog belangrijker, ze was klaar om verder te gaan.

    And, perhaps more importantly, she was ready to move on.

  • Verleden achterlatend, richting nieuwe avonturen.

    Leaving the past behind, towards new adventures.